
14 6
Beeld: Merel Dames
Geluid: Akke Houben
juni 2014
De radertjes van de grandioze machine. De machine welke zolang voor ons in beweging kwam en nog lang zal doorrazen… Onderdelen welke in elkaar grijpen en graaien construeren het ons bekende leven. Als oasen, groen begroeide aarde, in de uitgestrekte dorre, woestijn tot verder dan de horizon; zo is dat leven op kosmische schaal. De rondom grijpende en elementen assimilerende koolstof-atoom voorziet in deze kleine (ons zo grandioos voorkomende) opleving de materie.
Het verbind zich met alles en met zichzelf: het groeit en dijt uit zonder midden, zonder richting. Talloze takken welke op elk punt parallellen afsplitsen en autonoom doorgroeien; parallelle universa allen verbonden door talloze dwarsverbanden, toch ondenkbaar. De draden in het weefsel van het gesluierde, ons bestaan… Deze mogelijkheid richtingloze ketens te vormen welke vertakken en verbindingen leggen met elk ander punt van zichzelf herinnert ons ongetwijfeld aan nog een andere wortel…
Aldus nog een toeval welke in retrospect ‘voorbestemd’ schijnt. Wéér een fragiel evenwicht in het balansspel van dit leven, een volgende pilaar die wankelt. En wat strooit deze uit in zijn wankeling? Steeds weer dat toeval, die non-intentionele experimenten welke vele dingen vormen welke omvergeworpen en vergeten worden. Grote getallen oasen overspoeld met het zand opgestoven door het bloeien van andere. En het doorrazen van dit proces van bloei en bedelving. Lang vergane uitstulpingen staan als monumenten… geërodeerde herinneringen…